Je zou er zo honderd keer voorbij kunnen lopen en alleen een terras met enkele tafels zien. Dit is namelijk ook wat er staat, enkele tafels. Maar gisteravond zaten daar een Noorse/Zweedse man en een toevallige voorbijganger te jammen, vandaar dat wij vrij rap zagen waar Woo Bros zich bevond in de Jodenbreestraat.
Bij binnenkomst ruik je meteen wat de keuken inhoudt; je ruikt de Aziatische geuren, maar niet bedwelmend zoals bij de toko – gewoon subtiel en heerlijk. Wij waren een beetje vroeg, omdat we ook eens op tijd wilden komen, dus het was nog vrij rustig. Dit was voor ons positief, want zo konden we op ons gemak even rondkijken voor het eten – en met de gastheer praten. Ik heb veel gastheren meegemaakt, maar de verhalen van Daniël over het restaurant, over zijn persoonlijke dromen en wensen, over het eten, die zijn voor mij nieuw. Als iemand zo enthousiast is, wil je al snel even rondkijken. Dat is dus ook wat wij gingen doen!
Beneden is er een ruimte, een lounge. Deze lounge is gezellig casual ingericht, maar oogde wel iets te weinig gebruikt – zonde. Als je omhoog loopt kun je nog even fijn naar je zelf kijken een een menshoge spiegel, voor ijdele jongens zeker een goede zet. Boven is rood de veelgebruikte kleur, wat zorgt voor een Aziatisch tintje in de toch modern ingerichte dining. Terwijl Christoffel foto’s nam, zat ik al een tijdje aan tafel en hoorde een gastheer een zin zeggen die de verwachtingen nog hoger lag dan ze al waren;
Het zou zonde zijn om het in sojasaus te dippen.
Voor de Sumo / Genki / Genroku gangers onder ons een erg vreemde zin.
Christoffel was nog steeds foto’s aan het nemen en verdwaald zijn (of naar zichzelf in die spiegel aan het kijken) toen de eerste (vegetarische) gang op tafel kwam. Dat was overigens wel tof, Christoffel is vegetariër en daar werd meer dan goed rekening mee gehouden. Het eerste wat op tafel kwam was de Monks Roll met mango, komkommer en avocado in chilisaus en de Vega Gyosa, een dumping gevuld met groente. Of het honger was of dat we het echt mega lekker vonden, het was zo snel op dat zelfs de wasabi er aan moest geloven. Wij denken het laatste, overigens.
Zelfs ik ga hiervan watertanden.
Aldus de gastheer.
Dat onze shared dining ervaring een goede zet was, bleek wel uit de uitspraken van de gastheren, die enigszins jaloers waren op wat ons voorgeschoteld werd. De tafel moest volledig leeggeruimd worden op de kaars en de bierglazen (voor de Tsingtao) na, want de gerechten kwamen er aan. Van in olie gebakken aubergine, Thaise groene curry, rode curry met lychee en ossenhaas, tofu in saus van getrokken groente, kippendijen in pikante pepersaus tot een speciaal voor Christoffel bedachte variant op de garnaal in vermicelli – een in vermicelli gefrituurde asperge. Een kleine uitleg: ze hadden de garnaal vervangen door een kleine groene asperge. Het was geniaal en hilarisch tegelijk, je had er bij moeten zijn. Gelukkig hebben we de foto’s nog. Oh ja, er was ook Chinese broccoli. Dat ziet er uit als spinazie, maar smaakt naar broccoli, ja ook dat was een first timer. Het ‘hoofdgerecht’ werd voorzien van een zwaarder Aziatisch biertje, de Sapporo.
Of we na het eten nog wat wilden drinken? En of we nog wat wilden drinken. Na de hele avond Daniël meer dan enthousiast gehoord te hebben over zijn cocktailskills, wilden we die weleens testen – tweemaal de Red Pepper Moscow Mule. Een klassieke Moscow Mule iets opgespiced door gebruik van een rode peper met een flinke lading crushed ice. Waarop Christoffel iets te bijdehand opmerkte dat Daniël de cocktail wel extra spicy mocht maken, waarop Daniël antwoordde: challenge accepted. Daar waar we niet verwacht hadden dat we de peper zouden proeven, proef je die dus wel. Weer een levensles rijker: daag nooit een vakman uit. Dessert dan nog? Ja, kom maar door! Drie soorten ijs, waarvan de aardbei en lychee echt bijgebleven zijn. We hebben geen foto’s van het dessert, want Christoffel zei met volle mond:
Mannen eten toch geen desserts?
We zaten op ons gemak, dus toen de enthousiaste vraag kwam of we nog een after dinner cocktail wilden, konden we geen nee zeggen. We sloten een avond vol goede verhalen, goed op smaak gebracht Aziatisch eten en aardig wat alcohol af met nog meer alcohol, een Espresso Martini. Deel espresso, deel Kahlua, deel wodka afgemaakt met aan tafel in Sambucca gebrande koffiebonen.
Al met al is Woo Bros een tent waar iedereen zich meteen thuis voelt. Van mensen die snel een hapje willen eten voordat ze naar de schouwburg gaan, maar geen zin hebben in een vette hap (het Koninklijk Theater Carré ligt er vlak achter) tot kleine groepjes die gezellig aan het tafelen zijn tot datende stelletjes. Wij hadden de beste hoek uitgekozen en werden omringt door de mooiste vrouwen die Amsterdam rijk is. Dat vinden wij dan weer belangrijk.
Geloof ons, als je dat stadium bereikt hebt, kan vrij weinig de date nog verpesten.
Of wij een date zouden meenemen naar Woo Bros? Geen twijfel. Tinderdate? Daar is het ook zeker voor geschikt, mits je bereid bent wat knaken stuk te slaan. De ambiance is gezellig en knus genoeg. En de opzet ruim, zodat de tafel naast je niet kan meeluisteren als jij – iets té geromantiseerd – je levensverhaal aan het doen bent. En het mooie is, mocht je uitgegeten zijn, dan neem je de trap naar beneden en bevinden jij en je date zich plotseling in een huiselijke cocktailbar. Gedimd licht, druipkaarsen gestoken in Hedrick’s Gin flessen en welbehaaglijk meubulair. Geloof ons, als je dat stadium bereikt hebt, kan vrij weinig de date nog verpesten.