Er zijn meer vegans dan ooit in Nederland, ongeveer 50.000 zegt het sociaal en cultureel planbureau. Dit waren er maar 16.000 in 2010. Dat is een indrukwekkende groei van 312,5%. Begrijpelijk, want er zijn een aantal goede redenen om te stoppen met het leven als carnivoor. Maar wat doet veganisme precies met je lichaam?
Vermoeidheid
Door de afwezigheid van rood vlees in een veganistisch dieet hebben vegans en vegetariërs vaak een tekort aan vitamine B12 en ijzer.
Dat leidt tot vermoeidheid, futloosheid, hoofdpijn, duizeligheid en in het ergste geval bloedarmoede. Maar geen zorg. Vitamine B12 kan makkelijk uit supplementen worden gehaald of veganistische producten zoals edelgist. Daar wordt ook vaak vegan-kaas van gemaakt. Soms proef je dat als je weer Indiaas hebt afgehaald (koeien zijn heilig in India).
Zo zijn er ook veel producten die rijk in ijzer zijn zoals lijnzaad, noten en spinazie. Zorg er dus voor dat je dagelijks een portie ijzerrijk voedsel binnen krijgt.
Calcium tekort
Bij een veganistisch dieet hoort natuurlijk geen melk, dat betekent dat je een calcium vervanger moet zoeken. Je kan koeien met rust laten want er zijn ook voor vervangers voor calcium inname.
De sleutel is het drinken van plantaardige melk, deze zijn vaak rijk aan calcium. Daarbij kan je denken aan sojamelk met een calciumgehalte van 120mg per 100 ml, ongeveer hetzelfde als koeienmelk.
Je brengt vaker een bezoek aan het toilet
Vegans hebben vanzelfsprekend een hoge inname van vezels. Veel volkoren producten en zetmeelrijke groenten zorgen ervoor dat er nooit een tekort is aan vezels. Hierdoor ga je door natuurlijke wijze net iets vaker naar het toilet. Het lichaam wordt sneller en vaker gereinigd door de hogere frequentie wc-bezoeken.
De meeste vleeseters krijgen niet genoeg vezels naar binnen, dus je zou kunnen zeggen dat een vegan dieet in dat opzicht beter is.
Minder risico op een hart-en vaatziekte
Via dierlijk onderzoek is onderzocht dat veganistische proteïne, met name soja, de kans op hart-en vaatziekten vermindert doordat de cholesterolgehalte en bloeddruk verbetert. Ook krijgen vegans minder verzadigde vetten binnen dan de meeste vleeseters. Minder inname van verzadigde vetten betekent minder kans op een hartaanval of hartziekte.
Je verliest gewicht
Onderzoek wijst uit dat veganisten een lagere BMI hebben dan niet-vegans. Dat verlaagt weer het risico op diabetes.
Voornamelijk door het eten van vezelrijke producten zitten vegans eerder vol. En toch is het belangrijk om dan niet al te veel chips, brood en andere zetmeelrijke producten te eten.
Anders wordt je één van de weinige vegans met overgewicht.
Over eten gesproken, wist je dat Ciel Bleu is verkozen tot beste restaurant van Amsterdam?
