Alles wat elektrisch is zal vroeg of laat opgeladen moeten worden. Dus als je in het bezit bent van een elektrische auto, of overweegt om elektrisch te gaan rijden, zul je er over na moeten denken hoe je dat ding gaat opladen. Uiteraard doe je dit aan een laadpaal of een snellaadpaal. Maar wat is eigenlijk het verschil tussen die twee en waar staan ze? En hoe rekenen je eigenlijk de elektriciteit af die in je auto laadt?
Het opladen van je elektrische auto gaat eigenlijk niet veel anders dan het opladen van bijvoorbeeld je telefoon. Je sluit de laadkabel aan op je auto en op een laadpaal. Dan duurt het vervolgens een poosje voordat de auto opgeladen is. Hoe snel dat is, dat ligt dan weer aan de paal. Een gewone laadpaal is zoals je al vermoedt een stukje langzamer dan een snellaadpaal.
Gewone laadpaal
De gewone laadpaal vind je over het algemeen bij kantoren of bij mensen aan huis. Dit zijn zelf aangelegde laadpalen op plekken waar mensen het prima vinden om er wat langer over te doen als ze aan het laden zijn. Bij deze palen duurt het circa 10 uur om volledige op te laden.
Snelladen
De palen die je vindt bij de tankstations of op andere openbare plekken zijn over het algemeen snellandpalen. Deze palen laden je auto in zo’n 40 minuten voor 80% vol. Deze palen moeten echter ontgrendeld worden door middel van een laadpas. Met deze pas betaal je voor de elektra die je uit de paal naar je auto tapt.
Laadpas
Er zijn tegenwoordig veel aanbieders die een laadpas voor elektrische auto aanbieden. Zo zijn er aanbieders die puur gefocust zijn op het opladen, maar er zijn ook aanbieders die een wat breder scala aan services leveren. Denk aan een kaart waar je zowel elektrisch als fossiele brandstof mee kunt tanken en bijvoorbeeld ook mee geparkeerd kan worden of een wasstraat mee gepakt kan worden. Al je uitgaven komen dan netjes en overzichtelijk op één factuur. Ideaal dus voor mensen die hun bonnetjes altijd kwijt raken.